Wat is talent? Hoe ontdek je het? Hoe helpt het Haarlemse Mendelcollege jou als leerling bij de ontwikkeling daarvan? Hoe werkt dat in de praktijk? Het zijn zomaar wat vragen die aan de orde kwamen tijdens de bijeenkomst Haarlem & Talentontwikkeling.
Onder de ruim 50 toehoorders in de aula van de middelbare school bevonden zich bestuurders, trainers van verenigingen, collega-docenten van andere scholen en vertegenwoordigers van sportgerelateerde organisaties zoals het CIOS, SportSupport, de gemeente Haarlem, Sport in Haarlem en Société Pim Mulier. De organisatie en presentatie was in handen van het Mendelcollege en het Haarlemse bedrijf YAAP, sport- en prestatiepsychologen.
Van de school zelf waren vier ‘topsportleerlingen’ aanwezig in de aula van de school aan de Pim Mulierlaan in Haarlem-Noord. Zij gaven een beeld van hun leven op school in combinatie met de vele trainingsuren. Mats van den Bos, Cheméne Lamaitre, Glen Warners en Yesmin Kanchouch maken deel uit van het Mendel Topsport Team, met Gerard Been als coördinerend docent voor de 21 leerlingen met topsportstatus. Vanuit zijn rol gaf hij toelichting op het beleid vanuit de school, waarbij samen gekeken wordt naar oplossingen op maat voor een goede afstemming tussen de sporter en school. Soms gaat het om het verplaatsen van een toets of het missen van lessen voor trainingen en/of toernooien. Het uitgangspunt is dat er zo min mogelijk lesuitval is.
Geen gekke streken
Schaatser Mats is met zijn 16 jaar de oudste sporter van de vier. ´De school helpt mij zolang ik geen gekke streken uithaal. Daarnaast moeten mijn resultaten in orde zijn.´ Het klinkt logisch en voorlopig is de flexibele instelling van het Mendel van toegevoegde waarde voor Mats. ´Ik hoef geen godsdienst en maatschappijleer te volgen. Daardoor kan ik op vrijdag trainen en binnenkort wedstrijden rijden.´ Turnster Cheméne (12 jaar) is vooral blij met haar topsportbegeleider. ´Die regelt het inhalen van de toetsen als ik niet kan op het reguliere tijdstip.’ Judoka Glen prijst haar ouders. ´Ze zijn alles voor me. Regelen alles. Tot aan de inschrijvingen voor toernooien aan toe.’
De 13-jarige voetbalster Yesmin: ´Ik heb eerst wat andere sporten gedaan, zoals kung fu en tennis. Maar daar was ik altijd al aan het voetballen met die kleine balletjes. Toen ben ik er maar op gegaan.’ Gerard heeft, als verantwoordelijk opleider, nog een belangrijke toevoeging. ´Het is niet zo dat de topsporters bij ons op school ‘zomaar’ een briefje krijgen voor ontheffingen of om vrij te krijgen. Ze volgen zoveel mogelijk het hele onderwijsprogramma om de leerlingen zo breed mogelijk op te leiden met als doel een diploma op het juiste niveau. Niet alle sporters halen de top en het is van belang dat de leerlingen een basis hebben om later altijd een opleiding op te pakken die binnen hun mogelijkheden ligt.’
De Talentformule
Tijdens de bijeenkomst vertelde auteur Tim Koning over zijn boek ‘De Talentformule’. Met Thijs Wagenaar en Susie Cats is hij werkzaam bij organisator YAAP. De vraag ‘wat is talent’ staat daarbij natuurlijk centraal. Het maakte een leuke en interessante discussie los met de aanwezigen, die allen een of meerdere raakvlakken hebben met sport in het algemeen.
De volgende – logische – vraag is hoe je talent herkent? En vooral de waarschuwing je niet alleen op de vroegbloeiers te richten. ´Tussen potentie en prestatie zit ontwikkeling’, stelt Tim. ´Een talent heeft een uitzonderlijke bekwaamheid die op een versnelde manier wordt bereikt. En dat roept de volgende vraag op: waardoor wordt dat bepaald?´ Uiteindelijk resulteert het in de formule talent = aanleg x leervermogen x plezier x omgeving.
Plezier als brandstof
Om plezier niet als containerbegrip neer te zetten, maakte Tim deze waarde meer concreet. ´Het is de brandstof om je te blijven ontwikkelen. Ligt dicht tegen passie aan, dat volgens mij dieper gaat. Plezier is oppervlakkiger, kan je makkelijker verliezen, maar geeft je een prettiger gevoel dat je iets leuks aan het doen bent. Het zorgt voor een glimlach.’
Die glimlach hebben voetballer Hakim Ziyech, wielrenster Annemiek van Vleuten, alleskunner Mathieu van der Poel en de Zweedse schaatssensatie Nils van der Poel zeker. Daar staat tegenover dat het plezier weg is bij wielrenner Tom Dumoulin, atlete Anouk Vetter, volleybalster Celeste Plak, handbalster Yvette Broch en tweevoudig Tourwinnaar Egan Bernal die, al dan niet tijdelijk, stoppen met hun sport. Voor Tim is duidelijk dat je je sneller ontwikkelt als je plezier hebt. ´Er is minder uitval, je kan beter omgaan met de druk, je presteert duurzamer en haalt betere resultaten. In mijn ogen zijn ontwikkeling, competentie, uitdaging, verbinding, beweging en autonomie de zes bronnen van plezier. In combinatie met het leervermogen is het een goede voedingsbron voor een goede ontwikkeling van het talent.’
Optimale tosportcultuur
Tot slot werd in kleine groepjes twee stellingen besproken:
- Hoe leg je het commitment tussen verenigingen (lokaal, regionaal) beter vast?
- Wat kan de gemeente doen om te topsportcultuur en -faciliteiten te optimaliseren?
De geslaagde avond werd afgesloten met een informeel samenzijn. Daar werd nog veel gediscussieerd en informatie uitgewisseld. Het Mendelcollege en YAAP hopen dat deze bijeenkomst een eerste aanzet is naar een comeback van Haarlem als sportstad, waarin sporttalenten zich met veel plezier en passie kunnen bewegen.