Een ontmoeting tussen:
Loran de Munck en Floor Slooff

Allebei Haarlemmer, allebei topsporter in het turnen én Sportvrouw en Sportman van het jaar. Het is tijd voor een ontmoeting tussen Loran de Munck (24) en Floor Slooff (17). 

We spreken af bij Floor op school, het Haarlemse Mendelcollege. Daar wordt namelijk extra ruimte gecreëerd voor topsport. Floor maakt er goed gebruik van, want ze krijgt meer tijd om haar havo af te maken. Loran is onder de indruk. Hij vond de topsport met zijn opleiding soms best een logistieke uitdaging, vertelt hij terwijl we door de schoolgangen struinen. 

De twee vinden het leuk om elkaar te ontmoeten, al komen ze elkaar ‘on the road’ ook wel eens tegen.
Loran: “Bij de wedstrijden is het best gescheiden, we hebben geen intensief contact als team. Maar soms komen we elkaar toevallig tegen en logeren we in hetzelfde hotel. We hebben wel eens samen een potje kaarten gespeeld.” 

“Ik vind het heel leuk om te zien hoe goed Floor het doet. Turnen komt op deze manier op de kaart. In de positieve zin. De laatste tijd zijn er wat negatieve berichten over de turnwereld naar buiten gekomen. Dat ging voornamelijk over vrouwen in de turnwereld, maar dat had ook effect op de mannen. Het is leuk als positieve resultaten nu ook worden gedeeld.” 

Floor: “Het was best een ding met vrouwen in de turnwereld die hun coaches beschuldigden van allerlei slechte dingen. Ik kreeg er zelf ook regelmatig vragen over hoe mijn ervaringen waren. Gelukkig is dat allemaal op mij niet van toepassing.”

Jullie waren allebei heel jong toen je begon met turnen.
Loran:
“Ja, ik was vijf jaar oud toen ik voor het eerst op de mat stond.”
Floor: “Ik was ook vier of vijf.” 

Waar droomde je toen van?
Floor: “Ik zag die grotere turnmeiden en dacht dan: dat wil ik later ook.”
Loran: “Ik droomde ervan, maar het voelde heel ongrijpbaar. Ik had wel voorbeelden in de turnwereld. Yoeri van Gelder en Epke Zonderland. Ik probeerde dat na te streven. Grappig dat ik nu soms de nieuwe Epke word genoemd.”
Floor: “Mijn grootste voorbeeld was Simone Biles. Zij wás en is De Turnster. En ik vond in ons land Sanne Wevers altijd goed op de balk. De balk is ook een van mijn beste toestellen, dus ik keek naar haar op.” 

Was Loran ook een voorbeeld voor jou?
Floor: “Ja, zeker! Al kreeg het mannenturnen pas op latere leeftijd meer mijn aandacht.” 

Wanneer dachten jullie: dit begint ‘serieuze vormen’ aan te nemen?
Loran
: “Pas toen ik achttien was en serieuzer ging trainen. Daarvoor was het leuk om als doel WK’s en EK’s te halen. Maar vanaf die leeftijd ging ik daar ook echt voor en zag ik het als iets dat haalbaar was.”
Floor: “Ik heb wel een kleine doorbraak gemaakt toen ik Worldcups ging doen. Maar ik sta wel nog net onder het echte team. De andere meiden hebben al WK’s, EK’s en Olympische Spelen gedaan. Dat zit er voor mij nu ook aan te komen en ik heb er ontzettend veel zin in!” 

Was er een moment dat je overwoog om ermee te stoppen?
Loran: “Ja, in 2018 was dat. Ik moest beslissen of ik er echt álles voor wilde doen en laten. Dat heeft wel goed uitgepakt.” Floor: “Ik vond de coronaperiode heel lastig. We mochten niet meer trainen in de zaal, het was alleen online en buiten en ik dacht echt: ik wil niet meer. Je wordt ook onzeker door- dat je het langere tijd niet meer doet en denkt dan: verleer ik het niet? Toen ik het later weer op kon pakken, ging het steeds beter. Ik kwam bij Team NL en mocht grotere wedstrijden gaan turnen. Zo kwam het plezier weer terug. Mijn ouders en mijn vriendinnen hebben me enorm geholpen om door te zetten.” 

Wat is er zo leuk aan turnen?
Floor: “Dat je altijd nieuwe dingen kunt blijven leren. Je blijft jezelf altijd ontwikkelen. Dat maakt de uitdaging van het turnen groot.”
Loran: “Je daagt jezelf steeds uit om nieuwe en engere dingen te doen. De adrenaline die daarbij komt kijken, is heel fijn. Ik vind schroeven bijvoorbeeld heel eng. Ik doe de toestellen waarbij ik moet schroeven daarom ook niet. Ik vind het eng en naar om te doen en ik ben er niet zo goed in. Daarom hou ik het op salto’s. Ik probeer daarop te focussen en erin uit te blinken.”
Floor: “Ik doe liever geen brug, dat is niet mijn toestel. Ik vind snel dingen eng. Balk en vloer vind ik veel leuker en ben ik beter in.” 

Hoe voelt de druk om te moeten presteren?
Floor: “Ja, soms moet het op een bepaald moment gebeuren. Dat is moeilijk om mee om te gaan. Soms slaap ik daardoor slechter. Ik probeer mezelf ontspannen te houden door met mensen over andere dingen te praten te praten, dan vergeet ik de stress.”
Loran: “Ik kijk even een serie in mijn hotelkamer en probeer er niet te veel mee bezig te zijn voor ik de zaal in ga.” 

Loran, heb jij nog een tip voor Floor?
“Voor de wedstrijd let ik op mijn ademhaling en probeer ik de kalmte te bewaren. Dat werkt voor mij wel, maar iedereen heeft z’n eigen manier.” 

Hoeveel uur trainen jullie per week?
Floor: “Achtentwintig.”
Loran: “Ik ook. Achtentwintig en een half, negen keer per week.” 

Wat veel! Is dat te combineren met de rest van het leven?
Floor: “Ik doe nu 5 havo in twee jaar. Ik doe dit jaar in drie vakken eindexamen en volgend jaar weer drie.”
Loran: “Ik ben twee jaar geleden afgestudeerd aan het hbo, maar ik focus me nu volledig op het turnen. Dat kan omdat ik financieel word ondersteund.” 

Is er nog tijd voor een sociaal leven?
Loran: “Dat is lastig. Ook om de energie erin te stoppen. Maar ik probeer in de weekenden leuke dingen te doen. In de aanloop van de wedstrijden staat het sociale leven wel even stil. Ik woon ook samen, dus mijn vriendin zie ik gelukkig wel veel. We zijn al vijf jaar samen. Zij is misschien nog wel zenuwachtiger dan ik als ik een wedstrijd heb.”
Floor: “Ik zeg vaak ‘nee’ omdat ik moet trainen, maar ik probeer wel zoveel mogelijk leuke dingen te doen. Ik heb gelukkig vriendinnen die me goed begrijpen en met me meedenken.” 

Wat moet je nog meer laten voor deze sport?
Loran: “Richting een belangrijke wedstrijd let ik nog meer op wat ik eet en hoeveel. Wat betreft mijn sociale leven: ik hou echt wel van een festival of een feestje, maar dat doe ik niet net voor een wedstrijd. Zo’n feestje helpt me ook te resetten en weer de focus te pakken. Dat is juist ook belangrijk om de motivatie te houden.”
Floor: “Dat is bij mij precies hetzelfde. Ik zorg ook dat ik een leven buiten het turnen heb. Als het alleen maar daarom draait, hou je het niet vol. Ik ga vaak lekker shoppen en pak soms ook een feestje mee.” 

Is het met turnen nodig om een plan B te hebben? Het is toch een beroep met een ‘houdbaarheidsdatum’.
Loran:
“Met voltige kun je langer mee omdat het minder blessuregevoelig is. Ik heb altijd mijn studie waar ik op terug kan vallen.”
Floor: “Al gaan mannen meestal wel langer door dan vrouwen. Maar ook dat is aan het veranderen. Al is negenenveertig wel oud in de sport. Ik weet dat het tijdelijk is, maar ik denk daar nog niet over na.” 

Welke ambities hebben jullie nog, waar droom je van?
Loran: “Nu op het EK een finaleplek te halen en minstens een medaille te scoren. Mijn focus ligt op voltige. Het hoofddoel is op de Olympische Spelen in de finale te komen. Als ik eraan denk, voel ik al wat zenuwen. Maar het is tof dat het steeds realistischer wordt.
Floor: “EK’s en WK’s turnen, maar het hoogste doel is om naar de Olympsiche Spelen te gaan. Ik kan wat leren van Loran op het gebied van doorzettingsvermogen, dat is mooi om te zien hoe hij dat doet.” 

 

bekijk de hele agenda